Ik ben een bezige bij. Ik vind het moeilijk om niks te doen. Dat lukt me maar moeilijk.
Vorige vrijdag had ik een vrije dag en had op die vrije dag een interimopdracht aanvaard. Een collega vroeg me nog: “kan jij dan nooit eens gewoon vrij zijn”. Na mijn interimopdracht was heel mijn lichaam op. Ik had geen stem meer, mijn hele lijf deed pijn en ik was doodmoe.
Koken zat er niet meer in die avond. Het werden gewoon pizza’s en niemand was er kwaad om.
Zaterdag en zondag was ik wonderwel aan het niksen. Een beetje lezen, een beetje surfen, wat spelletjes spelen, … En nu besef ik ten volle waarom ik niet graag “niks”: nu ik niet meer in mijn actieve drive zit, valt die vermoeidheid over me als een deken waar ik niet onderuit kan.
Zaterdagnamiddag heb ik zeker zo’n anderhalf uur geslapen en zondagmorgen om 10u was ik al aan het uitkijken naar mijn middagdutje. Zo moe ben ik…
En moe zijn is lastig, veel lastiger dan pijn hebben. Pijn kan je voor een deel verbijten en verdringen, maar dit lukt niet met vermoeidheid.
Dit niksen voelt als tijdverlies want ik kan me niet bezig houden met mijn hobby, niet met mijn huishouden maar toch besef ik wanneer ik heel eerlijk ben, dat mijn lichaam dit nodig heeft.
Vorige week ben ik naar de longspecialist geweest. Ik had mijn afspraak een maand vervroegd en het was al niks te vroeg meer: mijn longfunctie was weer al gezakt naar 66%. Mijn astma is weer op en top actief. We zijn weer terug bij af. Het enige verschil met een jaar geleden is dat mijn algemene fysieke conditie een stuk beter is waardoor ik niet in het ziekenhuis lig.
Mijn pneumologe kent me gelukkig al jaar en dag en weet wat belangrijk is voor mij. Om die reden mag ik blijven werken, maar moet al de rest teruggeschroefd worden. Geen en/en meer… maar eerder een of/of. Ik ben hier heel blij om want werken geeft me voldoening.
Ik besef wel dat ik dit tempo en fulltime werken niet zal blijven kunnen volhouden. Toch vind ik dit voor mij persoonlijk nog heel belangrijk om te doen. Alsof ik met deeltijds werken niet meer volwaardig zou zijn. Eigenlijk is dit toch “dikke zever”, maar het is sterker dan mezelf. Mijn lat ligt hiervoor nu eenmaal hoog, te hoog. Maar het zorgt voor mijn mentaal welzijn en dat is nu eenmaal ook heel belangrijk.
Chronisch ziek zijn is een neverending rouwproces: telkens iets afgeven, de ene keer met meer moeite dan de andere keer en aan het ene houden we harder vast om toch maar niet te verliezen dan de andere keer. En werken behoort voor mij tot de laatste categorie.
